De afgelopen week was ik samen met mijn hond Tosca in de Ardennen. We wandelden vijf dagen van de GR57, van Luik naar La Roche en Ardenne, 130 km met de prachtige Ourthe als leidraad. Na vijf dagen nét iets teveel kilometers gemaakt te hebben had mijn lichaam er genoeg van, dus besloot ik de laatste twee dagen rust op te zoeken. In plaats van verder te wandelen bleef ik twee dagen met de bus op een mooi plekje in de natuur, genietend van de februarizon. Ik las boeken, besteedde tijd aan mijn online wildplukcursus en ik werkte aan verschillende projectjes. (Boekentip: Het zoutpad en De wilde stilte van Raynor Winn!)
Eén van die projecten draait om het boek “keukenlab” van Eke Mariën en Jan Groenewold. “Als je begrijpt wat er in je pannen gebeurt word je vanzelf een betere kok en krijg je meer controle in de keuken.” Een fantastisch boek wat op een zeer toegankelijke manier alle wetenschappelijke processen uitlegt die plaatsvinden in de keuken. Ik ben bezig hier alle informatie uit te halen die van toepassing is voor de plantaardige keuken, om dit vervolgens op een overzichtelijke en zeer praktische manier met mijn lezers te delen. Gister leerde ik dat zetmeel sterk de neiging heeft aroma’s te binden op zo’n manier dat wij die aroma’s niet meer kunnen waarnemen. Oftewel: zetmeel zorgt ervoor dat we minder smaak ervaren. Heel praktisch gezien betekent dit dat je zetmeelrijke ingrediënten beter niet teveel mengt met bijvoorbeeld smaakvolle sauzen. Dit deed me denken aan een techniek die in India vaak wordt gebruikt wordt bij dahl: tempering. (Dit is het Engelse woord, het Nederlandse ken ik niet.) Hierbij worden de linzen met weinig smaakmakers gaar gekookt, en in een apart pannetje wordt olie verhit waar specerijen aan toegevoegd worden. Deze hete olie wordt vervolgens aan de gaargekookte linzen toegevoegd, en plots is de dahl een smaakbom. Dit leek me helemaal in lijn met wat in het boek wordt uitgelegd: als je alle smaakmakers mee zou koken, hebben de aroma’s van de specerijen meer tijd om zich te binden aan het zetmeel van de linzen, en zou je veel smaak verliezen. Hierhoor had ik dahl in mijn hoofd, en dat werd een paar uur later dan ook mijn avondeten. Meer informatie uit dit boek volgt binnenkort!
Ik ben nog wat zoekende naar welke gerechten en recepten “blogwaardig” zijn. Ik betrap mezelf vaak op de gedachte dat ik iets te simpel vindt om überhaupt de titel van een recept te krijgen waardoor de drempel vrij hoog komt te liggen. Hierdoor post ik uiteindelijk minder dan ik eigenlijk zou willen. Dus in plaats van de lat zo hoog te leggen, besloot ik vandaag om simpelweg een receptje uit te schrijven van iets wat ik toevallig vandaag maakte; dahl. Mijn vader en stiefmoeder hebben veel tijd in India doorgebracht, waardoor Indiaas eten heel normaal was in mijn kindertijd. (Ik had sowieso het geluk om elke dag super lekker en divers eten te krijgen, smaakloze gekookte aardappelen en overgare groenten heb ik nooit voorgeschoteld gekregen.) Rijst met dahl en curry was een vaak voorkomende maaltijd in mijn kindertijd.
Inmiddels is dahl is iets geworden wat ik vaak maak als een snelle lunch of avondmaaltijd. Voor momenten dat ik geen zin heb om uitgebreid te koken, maar wil zin heb in gezond comfortfood. Er zijn duizenden varianten van dit gerecht met allerlei soorten linzen, bonen, specerijen en groenten. Ik zal in dit recept delen hoe mijn dahl er vandaag uitzag, maar voel je vrij om te experimenteren! Je kan hier echt alle soorten groenten in kwijt, ideaal dus om restjes uit de koelkast op te maken. Ik voegde vandaag ook gebakken rooktofu toe, maar als je dit niet in huis hebt kun je de stap van tofu toevoegen gewoon overslaan. Voeg dan de olie met mosterdzaad, komijnzaad en currypoeder toe aan de gekookte dahl.
Snelle dahl met gebakken rooktofu
Snel en gezond comfortfood
- 1 kopje rode linzen (Het liefste splitlinzen, dit gaat sneller)
- 1 tl zout
- 2 tl bouillonpoeder
- 1/2 bloemkool (in kleine roosjes)
- 1/2 spitskool (in reepjes gesneden)
- 1 paprika (in stukjes)
- 3 el kokosolie
- 1 tl mosterdzaad
- 1 tl komijnzaad
- 1 pakje (rook)tofu (in kleine blokjes)
- 1 el currypoeder
- 1/2 citroen (uitgeperst)
Doe de linzen samen met het zout, bouillon, bloemkool, spitskool en paprika in de pan. Voeg zoveel water toe dat alles net onder staat. Je kan ervoor kiezen om een dikkere of dunnere dahl te maken door meer of minder water toe te voegen. Breng dit met een deksel aan de kook en laat het dan op een laag vuur pruttelen. Roer zo nu en dan.
Dep de blokjes tofu droog met een schone theedoek of keukenpapier. Verhit in een koekenpan de kokosolie en voeg het mosterdzaad en komijnzaad toe, laat deze 10-20 minuten poppen. Voeg dan de tofu toe, samen met een extra tl zout. Laat deze een tijdje bakken, schep ze niet teveel om zodat ze bruin kunnen worden. Zijn de linzen gaar? Voeg dan het currypoeder toe aan de tofu en laat dit 20 seconde meebakken. Voeg dan te tofu samen met de olie (hier zit alle smaak in!) toe aan de linzen. Roer dit goed door elkaar en breng op smaak met citroen, en zo gewenst peper en zout.
